Zang & Ademhaling: Hoe ademen tijdens het zingen?

Bij zang is een goede ademhaling erg belangrijk.

Ademen gaat meestal vanzelf, maar tijdens het zingen kun je wel wat ademsteun gebruiken.

Hieronder lees je wat ademsteun is en hoe je die kunt inzetten.

Adem in, adem uit: een natuurlijke ademhaling tijdens het zingen

Ademen is een volautomatisch proces. Bij de meeste mensen gebeurt dit allemaal onbewust, behalve als je zenuwachtig bent, er teveel op let,  als je je aan het inspannen bent of bijvoorbeeld als je verkouden bent. Zo ook met zingen.

Het kan tijdens het zingen misschien voelen alsof je te weinig tijd hebt om tussendoor te ademen. Of dat je een noot lang wil aanhouden maar dat je net te weinig adem lijkt te hebben.

Probeer er dan eens op te letten hoelang mensen soms achter elkaar praten voordat ze opnieuw ademhalen. Dat is best lang!

Of denk aan hoelang je onder water kunt blijven terwijl je je adem inhoudt. Je merkt dan dat je enorm veel lucht hebt, zolang je die lucht maar goed ‘uitspreidt’.

Hoe werkt je ademhaling?

Bij het ademhalen komt de lucht naar binnen via je neus- en/of mondholte. De lucht bereikt vervolgens via je luchtpijp je longen, waarbij je borstholte en longen uitzetten.

Als je ademt zijn je ademhalingsspieren actief: Je middenrifspieren, buikspieren en de spieren rondom je ribben en sleutelbeen.

Wat is je middenrif?  Het middenrif (ook wel diafragma genoemd) is een spier in de vorm van een koepel, die je borstholte van je buikholte scheidt.

Er zijn twee manieren van ademhalen die ik hier wil noemen: borstademhaling en middenrifademhaling / buikademhaling.

  1. Borstademhaling: De tussenribspieren trekken je ribben omhoog en naar voren. Daardoor krijgt de borstholte meer ruimte.
  2. Middenrifademhaling / buikademhaling: Het middenrif wordt richting de buik getrokken. Daardoor krijgt de borstholte eveneens meer ruimte.

Als je ademt zonder erbij na te denken is het meestal een combinatie van deze twee. Bij het zingen streven we ernaar om de middenrifademhaling / buikademhaling te gebruiken. Gebruik hiervoor de ademsteun-techniek die ik hieronder beschrijf!

Hoe kun je beter ademen tijdens het zingen?

  • Allereerst kun je je longinhoud vergroten door genoeg te bewegen en/of te sporten. Daardoor kunnen je longen meer zuurstof opnemen uit je bloed.
  • Verder is het belangrijk dat je niet rookt.
  • Zorg dat je goed uitgerust bent.
  • Zorg dat je niet te zwaar hebt getafeld voordat je gaat zingen. Een te volle maag belemmert je ademhaling.
  • Let erop dat de ruimte waarin je gaat zingen schoon en goed geventileerd is, en niet benauwd of stoffig.
  • Draag niet te strakke kleding waar je niet goed in kunt ademen.
  • Een goede basishouding zorgt ervoor dat je borstkas en buik optimaal kunnen uitzetten.
  • Een goede ademsteun!

Roosmarijn geeft zangles in Leiden

Wil je het beste uit je stem halen? Zangcoach Roosmarijn helpt je een betere zanger(es) te worden.

Wat is ademsteun?

Bij een mooie ‘zang- ademhaling’ is de aanzet van de ademhaling bij je (onder)buik en eindigt bij je borstkas. Het ademen werkt als een ballon: als je inademt zet je buik uit en als je uitademt krimpt je buik langzaam weer..

De ademhalingstechniek die tijdens het zingen vaak wordt toegepast, heet ‘ademsteun’. Ademsteun betekent dat je de lucht eigenlijk langer vast probeert te houden.

Je zet hiervoor je schuine buikspieren en je middenrif in. Die span je aan nadat je hebt ingeademd en zo ontsnapt de lucht langzamer.

Je doseert dus de lucht veel meer en houdt de lucht vast met je buikspieren en middenrif.

Zo hoef je minder vaak te ademen tijdens het zingen wat prettig is om naar te luisteren omdat je bijvoorbeeld niet midden in een zin hoeft te ademen.

En je kunt mooie lange noten zingen!

Of je door je neus of door je mond inademt daar zijn de meningen over verdeeld. Zelf adem ik graag in door mijn neus, anders krijg ik snel een droge mond. Maar de keuze ligt bij jou.

Ademsteun oefeningen

Zet je handen in je zij; je duimen zet je tegen je flanken (je zij, net boven je heupen) en je vingers op je buik.

Adem een paar keer rustig diep in en uit. Als je inademt kun je met je handen goed voelen hoe ver je flanken en buik uitzetten.

Probeer met zo weinig mogelijk geluid in te ademen. Als je met microfoon zingt kan het nogal onrustig klinken als je steeds met veel geluid inademt.

Let op dat je je schouders niet optrekt tijdens de inademing. Maak jezelf lang en breed. Bij het uitademen probeer je steeds mooi rechtop te blijven staan.

Oefening 1 voor ademsteun: sss, fff en zzz

Houd je handen in je zij. Je gaat nu op een paar medeklinkers uitademen en daarbij proberen zo lang mogelijk te doen over één uitademing.

Begin met de ‘S’ (als een slang: ssssss). Als je inzet, probeer dat dan licht te doen. Geef niet teveel druk, zeker niet in het begin; anders ben je al je lucht meteen kwijt. Je merkt dat het in het begin misschien nog wat schokkerig klinkt; dat is helemaal niet erg!

Probeer jezelf ook gelijk aan te leren om steeds mooi recht te blijven staan en je ogen levendig te houden (dus niet teveel gaan staren). Aan het einde van de uitademing merk je dat er een soort stil moment is en dat je dan je buik weer loslaat.

Je kunt vervolgens hetzelfde doen op de ‘F’en de ‘Z’. De Z is als het geluid van een mug die om je hoofd vliegt.

Oefening 2 voor ademsteun: Dubbele ademhaling

Als dit allemaal goed gaat, dan kun je met diezelfde medeklinkers ook 2 ademhalingen achter elkaar doen. Als je aan het einde van één ademhaling je buik loslaat, komt er vanzelf nieuwe lucht instromen. Het kan zijn dat je de tweede ademhaling  moeilijker vindt en dat je die korter kunt aanhouden. Dat is allemaal heel logisch in het begin.

Oefening 3 voor ademsteun:  AAA

Nu kun je meer klank gaan maken (dus ook meer lucht gebruiken) door een ademhaling te doen op de klinker ‘A’. Volg verder dezelfde aanwijzingen als bij de vorige oefening.

Het kan zijn dat je stem alle kanten optrilt. Dat is oké; het is geen computer en trillingen horen bij je stem. Later kun je wel toonvaster worden als je je stem goed traint.

Kijk of je bij zo’n lange noot de hele ruimte kan vullen met jouw stemgeluid. Blijf volume houden en probeer zelfs als het lukt steeds iets meer volume te geven (crescendo heet dat). Tijdens het oefenen kun je kijken hoelang je het kunt volhouden.

Als je op een podium iets gaat zingen dan is het ook goed om te stoppen nog voor het moment dat je stem gaat hakkelen of wegvalt. Jij kunt zelf kiezen wanneer dat moment is.

Blijf focus en aandacht houden als je een lange noot zingt. Maak hem ‘spannend’. Na het afsluiten van de noot blijf je je focus houden en laat je niet merken dat je misschien bijna aan de beademing moet… 😉

Het publiek mag best zien dat je je inspant maar moet ook kunnen genieten in plaats van zich af te vragen of het wel goed met je gaat.

Gapen

Je kunt tijdens of na deze oefeningen een ontzettende drang voelen om te gapen. Dat komt omdat je lichaam het niet gewend is en naar zuurstof hapt. Dit is prima; gaap er maar op los!

Als je je duizelig gaat voelen, stop dan even en adem even rustig in en uit. Het is geen wedstrijd en je hoeft deze oefeningen ook niet uren achter elkaar te doen. 10 minuten is voldoende.

Ik wens je veel plezier bij het doen van deze oefeningen. Het zal je zeker helpen bij het zingen.

Check ook mijn filmpje dat bij dit artikel hoort. Ik geef je hierin nog 2 nieuwe  ademsteun oefeningen!

Over de schrijfster

Roosmarijn van Lint

Roosmarijn van Lint
Zangeres & zangdocente

Hi, ik ben Roosmarijn, zangeres en zangdocente, wonende in Leiden. Op deze website vind je praktische tips om je zangtalent stap-voor-stap verder te ontwikkelen. Wil je meer weten over mij of mijn zanglessen?